Roadtrip in de JucyVan

14 maart 2010 - Tasman National Park, Australië, Australië

 

Weer een leuk verhaal voor jullie met een hoop foto's. Veel lees en kijk plezier. En niet snoepen he!!

De dag dat we onze Jucy van ophaalde uit Brisbane, moesten we eerst weer 2 uur terug rijden naar Noosa om Tim’s auto terug te brengen. Dit was voor mij het eerste moment dat ik in een auto reed met het stuur aan de rechterkant en aan de linkerkant van de weg. De plaats op de weg en regels enzo heb je wel snel door als je in zo’n auto stapt, alleen het feit dat de dat de richtingaanwijzers rechts zitten. Dus iedere keer als ik mijn knipperlicht aan wilde doen begonnen de ruitenwissers als een gek over het raam heen en weer te gaan. Dit was in de eerste dagen van onze trip helaas niet overbodig aangezien het echt met bakken uit de hemel kwam. De eerste drie dagen heeft het onophoudelijk geregend. Aan het eind van de eerste dag, moesten we op naar een plek om te slapen. Omdat we al te laat waren voor een camping eindigde we op een rustplek aan de kant van de snel weg.
Na de eerste nacht overleeft te hebben reden we door naar Byron Bay, een bekent kuststadje ten zuiden van Brisbane. Ondanks de regen waren hier veel backpackers aan het rondwandelen en lagen er een aantal in het water op hun surfboards. We besloten een tochtje van 3km langs de kust te maken naar een vuurtoren en terug. Naast het mooie uitzicht over de kustlijn en het meest oosterlijke punt van Australië, was het hoogtepunt van de tocht een groep dolfijnen die op een afstandje lekker in de golven aan het spelen waren. Erg leuk om ze heen en weer te zien springen. Verder opweg naar het zuiden stopten we bij een picknick plekje, met BBQ, waar we onze eerste maaltijd langs de weg hadden. Na nog een paar uur verder gereden te hebben stopten we weer op een rustplek ergens langs de snelweg.
De volgende dag reden we opweg naar de “Blue Mountain NP”, een Nationaal park ten westen van Sydney. Op weg daar naar toe reden we door “Hunter Valley”, wat bekend staat als een wijngebied waar de beste wijnen gemaakt worden. Aan het begin van de Blue Mountains (BM) hadden we al snel een plek gevonden om te eten en te slapen.
De volgende ochtend begonnen we aan onze trip door de BM, wat vooral bestond uit verschillende uitkijkpunten en korte wandeltochten. Bij het eerste punt zagen we eerst helemaal niks. Omdat het punt toevallig net midden in een wolk zat zagen we alleen wit. Toen even later de wolk weg trok kwam er echt een mooi uitzicht over een vallei met bomen en watervallen. Zo gingen we nog verschillende plekken langs waar er iedere keer weer een uitzicht was om van te genieten. Omdat we de afgelopen dagen ook geen douche gezien hadden :S gingen we kijken bij een caravan park om daar te overnachten. Toen we net van plan waren om naar binnen te gaan kwam er een stel aanrijden die we 2 dagen ervoor bij een van de andere stops gezien hadden en toevallig bij deze camping gingen staan. Zij waren zo aardig om ons de code van de douche te geven waardoor we eindelijke een warme douche hadden en niet hoefde te betalen. Even later reden we door naar een gratis kampeerplek (zonder douche). Tijdens het bereiden van het eten zagen Suus en ik plotseling een dingo langslopen op zo’n 5 meter afstand. Tegen de tijd dat we dat door hadden was die al weer weg dus dat ging prima.
De volgende ochtend reden we naar Sydney waar we een dag de stad in gingen. Uiteraard konden we het wereldbekende operahuis en de Sydney Harbourbridge niet missen, dus na een wandeling door het centrum kwamen we in de haven. Vanuit hier hebben we een veerboot naar Manly genomen waardoor we een mooi uizicht hadden op de haven met de brug en het operahuis. Omdat het weer nog steeds niet echt super was, viel het allemaal een beetje tegen. ’s Avonds vonden we weer een plekje rond de BM om te overnachten, waarvandaan we de volgende dag naar het welbekende strand Bondi gingen. Met een perfecte timing kwam de zon na drie dagen eindelijk goed door op het moment dat we het strand op kwamen. Na de verfrissende duik reden we weer verder naar het zuiden.  Met wederom een geweldig uitzicht, vanaf de berg Kiera over de kustlijn, op ons netvlies reden we door naar het stadje Kiama. Kiama staat in de wijde omtrek bekent om der waterspuwende “Blowhole”. Vol verwachting stonden we daar dan te wachten kijken naar een gat in de rotsen. Toen er na een kwartier nog niks gebeurde, liepen we verder over de rotsen langs de kust. Vanaf die rotsen leek het landschap precies op het landschap wat je zou maken rondom van die modeltreintjes, met de graslandschappen, de heuvels, de kleine huisje en een vuurtoren. Met dit uitzicht op de achtergrond bereidde we onze maaltijd op een van de BBQ plekjes aldaar en nadat de zon onderging en het eten op was, gingen we op zoek naar een plekje om te overnachten in de buurt van Berry.
De volgende ochtend in Berry was er de maandelijkse “Countryfair” waar iedereen zijn of haar rotzooi kon verkopen. Aangezien er niet zo veel te beleven viel liepen we al snel het stadje van Berry zelf in, waar we uiteindelijk in een snoepwinkel belandde. Niet zomaar een, nee, hier hadden ze allerlei nederlands snoepgoed als stroopwafels, schoolkrijtjes, muntdrop, kano’s, hagelslag en zoute haring dropjes. (niet opeens de voorraad kast plunderen, eerst even uitlezen).
Hierna vervolgde wij onze tocht naar Hervis Bay waar we terecht kwamen op zo gezegd het witste strand van Australië. Ze zeggen dat het lijkt alsof je op gesmolten sneeuw loopt en als je het water inliep voelde het ook zo, want het was echt ijskoud. Na wat in de golven gespeeld te hebben namen we onze derde douche van de reis op het strand aldaar. De lokale mensen stonden toch wat raar te kijken toen Suus uitgebreid haar haar stond in te zepen, maar ach je moet toch wat. Toen we ’s avonds op een rustplek in de buurt van Eden stonden, kwam een frans koppel naar ons toe met de vraag of we wisten of we de volgende dag wel Victoria (staat in het zuiden van Australië) in konden rijden. Wat ons volledig ontgaan was dat en noodweer was geweest met regen en hagel buien waardoor snelwegen overstroomd waren en daken vernielt waren door hagelstenen ten grootte van citroenen. Na een belletje naar de broer van Tim bleek alles de volgende dag wel mee te vallen en konden we opweg naar “Phillip Island”. Na een dag rijden kwamen we daar aan en de volgende dag gingen we het eiland een beetje verkennen.
’s ochtends vroegen reden we naar een natuurpark waar een soort van houten steigerroute langs de kust was. (als je de foto’s ziet, snap je het hoop ik) Na een kwartier lopen zag ik opeens een pinguin met z’n hoofd in de bosjes zitten en z’n kont naar buiten. Even later begrepen we dat ze verstoppertje aan het spelen waren, want 50 meter verderop zaten 6 van z’n vriendjes verstopt onder de steigers. Erg leuk om te zien.
Even later gingen we naar het “wildlifepark” waar kangaroe’s, wallibi’s en  emoe’s los liepen en we verschillende andere dieren ook konden voeren. Verder waren er nog dingo’s, koala’s, tasmaanse duivels, wombats en verschillende australische vogels te zien. Echt leuk om daar door heen te lopen en ze te kunnen voeren. Als een kangaroe voor je neus rechtop gaat staan voel je je opeens erg klein.
Later op de dag reden we door naar Ballarat waar we bij de broer van Tim zouden verblijven voor de komende 3 dagen. De eerste dag reden we van daaruit naar “Halls gap” waar we een berg gingen beklimmen in 3 uur. Het was enorm zwaar, maar toen we bij de “pinacle” aankwamen was het uitzicht vanaf daar alle inspanning waard geweest. Waar je naar boven bent gelopen, moet je ook weer naar beneden wat opeens minder leuk is.
De volgende dag moesten we de Jucy van terug brengen naar Melbourne, waar we een dagje centrum aan vast plakten. Erg leuke stad met allerlei parkjes, cafetjes en leuke winkels.
De dag voordat we naar Tasmanië vertrokken gingen we naar “Souverin hill”, een soort openlucht museum in de stijl van een oude mijn stad. Ballarat staat bekend om de “goldrush”in de 19e eeuw en rondom dit thema waren er allerlei dingen te bezichtigen en te doen. Zo konden we goud zoeken in een riviertje, kijken naar het maken van een goudstaaf, snoep maken, een mijn bezichtigen en ouderwets bowlen.(Wat dat er mee te maken had weet ik ook niet, maar het was er allemaal).
Hiermee kwam bijna een eind aan ons avontuur op het vaste land van Australië. De laatste ochtend had de moeder van Tim voor ons een paardrijtocht geregeld door het bos wat echt weer een geweldige ervaring was.
Gister zijn we dus hier in Tasmanië aangekomen en zijn nu in Hobart. Morgen huren we een auto waarmee we in 8 dagen het eiland over gaan en weer hopen op mooei ervaringen.

Zo, nu mag je bijna de voorraadkast plunderen op het snoepgoed, maar niet voordat je even heb gekeken naar de foto’s van de afgelopen weken. En als je dan een lekker dropje naar binnenwerkt, denk nog even aan ons.

Groetjes Suus, Marsis en Jochem.

 

 

 

Foto’s

2 Reacties

  1. Rijntje en Chiel:
    17 maart 2010
    Hey globetrotters,
    Hier weer even een berichtje van je huiszus (variatie op huismus)......o o o ik heb mezelf weer een lolletje beloofd.
    Maar even zonder gekheid, wat een super verhaal weer!! Geweldig al die foto's, ja down under lijkt me ook wel wat.
    Vandaag is het hier 14 graden en geloof het of niet, maar het voelt heerlijk zomers aan!! Eindelijk weer zon na die lange, witte winter.
    Geniet op jullie volgend avontuur!!!
    Dikke kus'
    Rijn en Chiel
  2. Opa en Oma en Very:
    6 april 2010
    Wat een mooie reis maken jullie mee.
    En dan die mooie foto's waar af en toe jullie opstaan
    Ik heb van Karin en Doce gehoord dat ons bericht
    jullie bereikt heeft klasse hé. Verder maar en kom
    weer terug naar ons landje. Groeten en kus van ons.