Swartbooisdrift

5 augustus 2012 - Etosha Np, Nambi, Zuid-Afrika

Nadat we met een ander Nederlands stel de eerste avond in Kunene gezellig hadden zitten kletsen werden we de volgende ochtend heerlijk wakker met een mooi uitzicht over de rivier. Toen we even lekker opgefrist waren onder een warme douche en ons dagelijks ontbijt (Granola met griekse yoghurt en honing) naar binnen hadden gewerkt gingen we naar het dorpje hier 5 km vandaan, Swartbooisdrif. Toen we hier langsreden zagen we dat een hoop mensen onze kant op keken en naar ons idee ons een beetje weg keken. We voelden ons daar totaal niet welkom maar we hadden gehoord en bedacht dat we daar bij een barretje wat konden drinken. Na eerste voorbij het dorp met allerlei kleine hutjes van stokken en klei te zijn gereden, reden we terug en zette we de auto langs de kant van de weg. We liepen richten een gebouwtje van golfplaten (wat wij dachten dat de bar moest zijn)  waar een vrouw met een nors gezicht met een flink mes op vlees aan het hakken was. Toen we vroegen voor de bar en een koud drankje, zei ze: “ja hier”. Ze ging eerst rustig door met hakken en stond daarna op en liep naar binnen en deed de deur dicht. Een andere man die er bij zat liep ook weg zonder wat te zeggen en daar stonden we dan een beetje om ons heen te kijken en ondertussen door verschillende mensen in het dorp ook bekeken te worden. Toen we na een minuutje bedachten dat we inderdaad echt niet welkom waren schoof er een deur open en zei de vrouw: “Kom binnen”.  In de bar stond 1 pool tafel en een bar, maar voor de rest geen tafels of stoelen en toen we een fanta bestelden werd er een fles netjes in een plastic tas gedaan en konden we afrekenen. Ondertussen waren er achter ons ook mensen de bar binnen gekomen die bij de pooltafel stonden. Ik vroeg toen of  er iemand tegen mij wilde spelen en toen was het ijs gebroken. Hier waren op dit moment geen mensen die engels spraken maar halverwege het potje (die ik overigens verloor) kwamen er twee mannen binnen die wel engels spraken. Met hen raakte we aan de praat en hebben uiteindelijk 2 uur met gesproken. Ze legden uit dat we juist harstikke welkom waren daar en dat het een heel veilig dorp was met zo’n 500 mensen van verschillende stammen die hier in vrede naast elkaar leven. Hij legde uit dat de politie die een paar honderd meter verderop gestationeerd is zo’n 1 keer in de 6 maanden en case heeft en dan nog gaat het om hele kleine dingen.

 1 van de mannen, Sunday genaamd, was van de Himba stam. Deze stam is zeer opmerkelijk door hun met rode poeder besmeurde lichamen en haren. Ze wassen zich nooit en smeren zich daarmee in als sunblock en parfum. Verder hebben ze een ontbloot bovenlichaam en verschillende sierraden om die hun status vertellen. In dit dorpje waren ook verschillende himba vrouwen en mannen, maar toen we vroegen of Sunday ons kon laten zien hoe ze leefden nam hij ons mee naar een familie 5 km hiervandaan.  Hier aangekomen zagen we een rond gebied met een diameten van zo’n 50 meter waar met takken een soort van hek omheen gebouwd was. Binnen dit hek  stonden drie kleine hutjes en woonde een familie van 1 man 2 vrouwen en 5 kinderen. We hebben hebben na goedkeuring van het hoofd van de familie met de vrouwen en kinderen zitten praten met Sunday als tolk. Ze vertelde wat over hun gewoontes, kleding, haardracht, seirraden en het insmeren van hun lichaam. Verder gaven ze aan dat ze het nu heel zwaar hebben omdat het erg droog is geweest de laatste jaren en dat veel vee dood is gegaan waardoor ze nu echt moeilijk kunnen overleven. Aan het eind van ons bezoek hebben we de kinderen ballonen, potloden en bloknotes gegeven en zijn we weer terug naar het dorp gegaan waar we Sunday afgezet hebben. Na deze indrukwekkende middag zijn we weer terug naar de lodge gegaan en hebben alles zitten overdenken. Dan besef je maar weer hoe ongelooflijk goed wij het hebben en toch zo ontevreden kunnen zijn.

De volgende dag gingen langs de Kunene rivier naar het oosten richting Ruacana waar we de volgende nacht zouden verblijven. Rijdend op deze weg, waar je wederom alleen met je 4x4 over kan, zagen we opeens Sunday langs de kant van de weg lopen. We vroegen hem of hij een lift nodig had. Dit had hij want was opweg naar een bepaalde community zo’n 7 km van het dorp waar hij als vrijwilligger de mensen informatie ging geven over gezondheid, hygienne en SOA’s (wat nog steeds een groot probleem is in Namibie)
Opeens vroeg hij ons of we nog wat balonnen over hadden. Dit en nog een paar stuiterballen en kleurpotloden hadden wij nog. Toen zei hij hier is een kinderopvang aan de linkerkant dus misschien kunnen we dit aan hen geven. We keken die kant op en zagen een soort leemhutje alleen dan groter en een vrouw met 6 kinderen er naast. Een aantal kinderen die nog nooit blanken gezien hadden keken een beetje raar, maar toen wij een ballon op bliezen kwam er een brede lag op hun gezicht en gingen ze er mee spelen. Wij gingen in gesprek met de vrouw en die bleek hier al vrijwilliger kinderen uit de buurt op te vangen en probeert ze ook te onderwijzen. De omstandigheden waarin ze dit moet doen zijn echt onmogelijk. Ze hebben dat gebouwtje wat eigenlijk een kerk is als enige beschutting tegen de zinderende hitte, er is geen speelgoed, geen lesmateriaal, 10 kleine plasticstoeltjes en voor de hele dag eten voor hun 7en stond er een kommetje met een soort van gedroogde pap waar wij nog honger van krijgen. Normaal gesproken vangt ze hier 30 kinderen op uit de buurt, alleen omdat het momenteel zo slecht gaat hier, kunnen de meeste kinderen niet naar de opvang lopen omdat ze geen energie hebben van de honger. Een aantal kinderen zijn wees en zijn afhankelijk van deze hulp. In “de kerk” staat 1 balk waar iedereen op kan zitten, 2 zelfgemaakte conga’s en 1 bijbel die door iedereen gebruikt wordt. Toen we dit alles hoorde en de wanhoop van deze vrouw zagen raakte dit ons allebei enorm en  vonden wij dat we het niet bij dit ene bezoekje en het handjevol speelgoed konden laten. We hebben gegevens uitgewisseld en beloofd dat we ons best gaan doen om iets voor hun te kunnen betekenen. Wat en hoe weten we niet precies, maar dat we iets willen doen staat vast. Als iemand ideeen heeft, laat het horen. Met een brok in ons keel stapten we weer onze auto in opweg naar Ruacana waar we op een camping aankwamen die nog in de opbouw fase was en waar wij uiteindelijk als enig gasten de nacht doorgebracht hebben.

De volgende paar dagen hebben we in Etosha doorgebracht, maar daarover meer in het volgende verhaal.

 

Liefs,

Susanne, Marsis en Jochem

Foto’s

1 Reactie

  1. Elke zegt:
    7 augustus 2012
    Jeetje, ik pink een traantje weg hoor! Ben geraakt door dat verhaal met die weeskinderen. Kun je hen niet doorgeven aan Compassion, dat je in samenwerking met Compassion die kinderen én zeker die vrijwilligster helpt beter onderwijs te kunnen hebben.